Artikel 10 - Betaling
1. Betaling door opdrachtgever dient, zonder aftrek, korting of schuldverrekening, te geschieden binnen de overeengekomen termij- nen, doch in geen geval later dan dertig dagen na factuurdatum. Betaling dient te geschieden in Nederlandse valuta door middel van overmaking ten gunste van een door opdrachtnemer aan te wijzen bankrekening.
2. Indien opdrachtgever niet binnen de onder 11.1 genoemde termijn heeft betaald, is opdrachtnemer gerechtigd, nadat hij op- drachtgever ten minste eenmaal heeft aangemaand te betalen, zonder nadere ingebrekestelling en onverminderd de overige rech- ten van opdrachtnemer, vanaf de vervaldag opdrachtgever de wettelijke rente in rekening te brengen tot op de datum van algehe- le voldoening.
3. Alle in redelijkheid gemaakte gerechtelijke en buitengerechtelijke (incasso)kosten, die opdrachtnemer maakt als gevolg van de niet- nakoming door opdrachtgever van diens betalingsverplichtingen, komen ten laste van opdrachtgever.
4. Indien de financiële positie of het betalingsgedrag van opdrachtgever naar het oordeel van opdrachtnemer daartoe aanleiding geeft, is opdrachtnemer gerechtigd van opdrachtgever te verlangen, dat deze onverwijld (aanvullende) zekerheid stelt in een door opdrachtnemer te bepalen vorm. Indien opdrachtgever nalaat de verlangde zekerheid te stellen, is opdrachtnemer gerechtigd, on- verminderd zijn overige rechten, de verdere uitvoering van de overeenkomst onmiddellijk op te schorten en is al hetgeen op- drachtgever aan opdrachtnemer uit welke hoofde ook verschuldigd is, direct opeisbaar.
5. Ingeval van een gezamenlijk gegeven opdracht zijn opdrachtgevers, voor zover de werkzaamheden ten behoeve van de gezamenlijke opdrachtgevers zijn verricht, hoofdelijk verbonden voor de betaling van het factuurbedrag.
Artikel 11 - Financiële gevolgen bij tussentijdse beëindiging en bij het te behalen resultaat na beëindiging opdracht
1. In de overeenkomst zullen de financiële gevolgen van een gewijzigde, een niet gerealiseerde of een tussentijdse beëindigde op- dracht desgewenst zijn geregeld. Indien ter zake geen specifieke regeling in de overeenkomst is opgenomen, is het navolgende van toepassing:
2. Wanneer tussentijdse beëindiging van de overeenkomst plaatsvindt, hetzij op initiatief van de opdrachtgever, zonder dat op- drachtnemer daartoe dringende redenen heeft gegeven, hetzij op initiatief van opdrachtnemer in verband met buiten haar in- vloedsfeer liggende oorzaken welke in alle redelijkheid tot beëindiging van de onderhavige opdracht door opdrachtnemer mogen leiden, is opdrachtnemer gerechtigd om alle door haar gewerkte uren (tot en met een opzegtermijn van één maand) op basis van de door haar gebruikelijk gehanteerde uurtarieven in rekening te brengen, vermeerderd met de resultaatafhankelijke fee/vergoeding voor zover deze van de oorspronkelijke overeenkomst deel uitmaakt.
3. Onder de in deze bedoelde buiten de invloedsfeer van opdrachtnemer liggende oorzaken vallen, naast overmacht, ondermeer:
a. beleids- en competentiegeschillen tussen de bestuursorganen van de betrokken onderneming of instelling van opdracht-
gever;
b. foutieve of onvoldoende informatievoorziening of onvoldoende medewerking door of vanwege de opdrachtgever en/of
andere betrokkenen, tussentijdse wijziging van inzicht ten aanzien van de gewenstheid van de betreffende opdracht e.d.
4. Indien de tussentijdse beëindiging het gevolg is van incompabilité des humeurs is opdrachtnemer gerechtigd de door haar gewerk- te uren tot en met een opzegtermijn van één maand op basis van de door haar gebruikelijk gehanteerde uurtarieven in rekening te
brengen.
5. De opdrachtgever is eveneens het/de met opdrachtnemer overeengekomen honorarium/resultaatafhankelijke fee/vergoeding
verschuldigd indien het beoogde resultaat weliswaar tot stand komt na het einde van de tussen opdrachtnemer en opdrachtgever gesloten overeenkomst, doch deze beëindiging het gevolg is van activiteiten van de opdrachtgever die opdrachtnemer bij het ver- vullen van haar opdracht hebben belemmerd of haar werkzaamheden hebben doorkruist c.q. de exclusiviteit van de betrokken op- dracht hebben aangetast, dan wel wanneer de totstandkoming van het beoogde resultaat verband houdt met de door opdracht- nemer verstrekte diensten gedurende de overeenkomst. Dit verband wordt behoudens het tegenbewijs verondersteld aanwezig te zijn indien het resultaat tot stand komt binnen vierentwintig maanden na het einde van de overeenkomst.
6. Is de opdrachtgever in gebreke of in verzuim met het nakomen van een of meer van zijn verplichtingen dan is het/de aan opdrachtnemer toekomende honorarium/resultaatafhankelijke fee/vergoeding terstond opeisbaar, onverminderd het recht van opdrachtnemer op volledige schadevergoeding.