Het moeilijke besluit om, al dan niet gedwongen, te stoppen, wordt nu te vaak overhaast genomen, meent Hoogendoorn. “Logisch wel, want met je rug tegen de muur kun je niet veel anders. Maar niet voldoende tijd nemen om zo’n groot besluit goed te overdenken, is een gemiste kans.” Hoogendoorn adviseert horecaondernemers daarom al bij de oprichting van hun zaak na te denken over de toekomst. “Dat klinkt wellicht gek, maar is zo belangrijk. Vraag jezelf af: wanneer wil ik stoppen? En vooral: hoe wil ik later stoppen? Start je een horecazaak samen met een partner, beschrijf dan ook tot in detail in je overeenkomst, op welke wijze je eventueel uit elkaar gaat. We kunnen dit soort relevante zaken niet vaak genoeg benadrukken.”
Een andere tip van hem: “Kijk ook nog eens goed naar je bedrijfsvorm. Verrassend vaak blijken horecaondernemers een verkeerde keuze te hebben gemaakt. Een eenmanszaak betekent dat je zelf hoofdelijk aansprakelijk bent. En een VOF klinkt aanlokkelijk, want ‘daar haal ik dan mijn pensioen bij verkoop uit’. Dat is wel zo, maar bedenk wel: ook de belasting staat dan op de stoep! De BV-vorm geeft je relatief de meeste bescherming.”